Vast Bureau & Bijzonder Comité

>> Vast Bureau 

De OCMW-raad kan sommige bevoegdheden aan het Vast Bureau overdragen. Het Vast Bureau is belast met het afhandelen van de zaken van het dagelijks bestuur zoals aankopen, dagelijks personeelsbeheer enz. Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau zijn sinds 2019 identiek samengesteld. Het College kan enkel beslissen over gemeentelijke bevoegdheden, het Vast Bureau alleen over die van het OCMW.

Samenstelling 2019 - 2024

De politieke mandatarissen van het College van burgemeester en schepenen vormen ook het Vast Bureau.

 

>> Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst

Om de drie weken komt het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst samen. De opdracht bestaat er vooral in de dossiers voor individuele hulpverlening te onderzoeken en na advies van de Sociale Dienst beslissingen te nemen. De voorzitter van het BCSD maakt van rechtswege deel uit van het college van burgemeester en schepenen.

Hier kan je huishoudelijk reglement van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst downloaden.

Samenstelling 2019 - 2024

Wim Vandevelde
Voorzitter Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst

 

Andere effectieve leden

 

Faïza El Ghouch
CD&V
Tijl Rommelaere
N-VA
Leonard Verstichel
CD&V
Martine Vandereecken
Vooruit
Safia Marzouki
CD&V
Michel Supply
Vooruit
Angélique Syroit
N-VA
Michel Vandenhende
Open Vld

Bevoegdheden 

De door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn overgedragen bevoegdheden aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, bij beslissing d.d. 27 juni 2013 :

  • het toekennen van de individuele maatschappelijke dienstverlening aan personen en gezinnen zoals die omschreven is in de artikels 57 tot en met 60 van de OCMW-wet en in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op Maatschappelijke Integratie.
  • het vaststellen van de bijdrage van de begunstigde in de kosten van de maatschappelijke dienstverlening en het bepalen van de bijdrage van de onderhoudsplichtigen (art. 97 tot 104 van de OCMW -wet), binnen de grenzen van de algemene criteria die door het ministerie dienaangaande zijn vastgelegd.
  • het toepassen van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun in kader van de onderstandswoonst en vaststelling van de behoeftigheid.
  • het toekennen van de dienstverlening van sociale, geneeskundige, sociaal-geneeskundige of psychologische aard
  • het overleg tussen het OCMW en de instellingen en diensten voor maatschappelijk werk die in de regio van de gemeente aanwezig zijn en het overleg met de overige erkende dienstverlenende instellingen en organisaties.
  • advies verlenen aan de raad voor maatschappelijk welzijn omtrent de criteria die als basis dienen voor de hulpverlening en de terugvordering, de werking van de sociale dienst en het sociaal beleid van het OCMW.
  • de opvangmogelijkheden in crisissituaties
  • de opname van senioren in een Woonzorgcentrum of een Rust- en Verzorgingstehuis en de financiële regeling ervan.
  • de plaatsingen in tehuizen en gestichten andere dan het plaatselijke Rustoord en Rust- en Verzorgingstehuis.